Aan de grens met Iran
We zijn in Dogubayazit (of hoe je dat ook schrijft) aan de grens met Iran. Hier uit het dorp kijk je naar een enorme berg met sneeuw, de Ararat. Echt waanzinnig. Het lijkt erop dat we de grens voor de sneeuw bereikt hebben, morgen trekken we verder…
Ik probeer zo nog een paar foto’s te uploaden, wellicht lukt het nu wel. De internet snelheden zijn niet om over naar huis te schrijven. Met ons gaat het goed. Hopelijk met jullie ook. Het beste iig.
groeten Merijn en els,
hieronder een stuk over de reis van Syrië naar hier. Later nog wat aanvullingen hierop…
Vanochtend (weer) afscheid genomen van Anne in Aleppo. Dit keer viel het wat minder moeilijk. We hebben besloten nog iets meer van Syrië te zien en naar het oosten te rijden om daar de grens naar Turkije weer over te gaan. Motors voor de deur geparkeerd en koffers opgeladen. Een aantal mannen die buiten op het stoepje zaten bieden me een heel klein sterk kopje koffie aan. Ik sla het in een keer achterover, bedankt! Met grote ogen kijken ze me aan en beginnen te lachen, het was blijkbaar de bedoeling om te delen. Met een rood hoofd lach ik mee. Uitgezwaaid door Anne begeven we ons in de verkeerschaos van Aleppo. Gelukkig is het in de ochtend iets minder druk en het lijkt alsof alle langs zoevende en toeterende auto’s toch rekening met ons houden. Het lukt ons snel de stad uit de rijden, richting het oosten. Ook op de snelweg wordt vaak naar ons getoeterd en gezwaaid om hallo te zeggen, een man rijdt ons bijna van de weg “Hallo, ik ben Hassan! Hebben jullie hulp nodig?”. Stoere jongens, met z’n tweeën op kleine motortjes, scheuren lachend voorovergebogen op hun buik, leunend over hun stuur voorbij. Ze steken hun duim op en vinden het dan prachtig als wij een dot gas bijgeven. Daarna tuffen we weer vrolijk verder, jawash jawash of inmiddels shwoa shwoa. Als we stoppen kijken mensen altijd meteen op de teller hoe hard hij kan. Hun eigen motortjes zijn bedekt met een soort tapijtje met franjes eraan, dat wil ik ook wel 🙂
Alhoewel het landschap overwegend woestijnachtig is, met weinig dorpjes en tijdelijke bewoning in tenten door schaapsherders, wordt er ook druk geïrrigeerd om landbouw te bedrijven. Vooral veel graan, katoen en olijfbomen. Dat is te danken aan de Tabbaqa dam in de Eufraat, die het geirrigeerde land verdubbeld heeft. Als bijproduct is “Lake al Assad”, een Turkoise meer van 60 km lang ontstaan, waar we naar op weg zijn. Het project is de trots van Syrië, het was de bedoeling dat de hydro-elektrische stroom het land zelfvoorzienend zou maken. De Ataturkdam in Turkije heeft echter roet in het eten gegooid en politieke spanningen met zich meegebracht. Zowel Syrie als Irak (de Tigris) vrezen dat Turkije “de kraan” dicht zal draaien om politieke redenen. Turkije ontkent dit en gaat vrolijk door met het Zuid anatolische project, een project waarbij 22 dammen en 19 elektriciteitscentrales gebouwd worden en bijna voltooid is.
Bij een stadje zien we een enorme markt en een aparte markt voor schapenhandel. We besluiten te stoppen en boodschappen te doen. Het is flink heet en we parkeren de motors vóór een kippenwinkel. We trekken enorm veel bekijks en een aantal kinderen en mannen met rode palestijnensjaals op hun hoofd verzamelen zich rond de motoren. Ze willen graag op de foto. Op de markt heerst een drukte van jawelste, van heinde en verre komen mensen hier inkopen doen, vaak met een soort bakbrommer met het bakje achter de brommer. We worden door iedereen aangestaard en welkom geheten. Een vrouw loopt met een piepschuimen bak met 2 kalkoenen op haar hoofd, prachtig plaatje. Ik weet niet wat de vrouwen van me denken, ik probeer ze een vriendelijk lachje te geven, maar dat krijg ik niet vaak terug. De vrouwen zien er heel anders uit dan in Aleppo. Velen hebben gezichtstatoeages, ik neem aan dat dat nomaden zijn. Waar er in Aleppo veel zwarte spoken rondliepen, zelfs met een zwarte doek over hun hoofd als gezichtsbedekking, zijn ze hier veel minder conservatief gekleed. Fluwelen, geborduurde jurken met verschillende kleuren en hoofddoeken bepalen hier het straatbeeld, geen enkele vrouw in het zwart. Is die totale bedekking in de stad dan een soort statement. Provocatie? Ik vind het in ieder geval erg extreem. Als we een broodje falafel kopen, komt er een man in een kaki pak met Merijn praten die erop staat dat we niet hoeven te betalen als welkomsgebaar. Het voelt een beetje raar, vooral omdat de falafelverkoper zelf niet echt blij kijkt. Na enig tegenspartelen gaan we natuurlijk wel akkoord maar het broodje heeft een beetje de bijsmaak van autoriteit.
De weg naar het Assadmeer is versierd met Syrische én Palestijnse vlaggen en natuurlijk grote afbeeldingen van president Assad zoals overal in het land. Met of zonder zonnebril kom je hem overal tegen. Het lijkt wel een playboy of een popster. Het schijnt dat hij inspiratie heeft opgedaan na een bezoek aan Noordkorea.
Voor we de dam naar het meer overrijden worden we geregistreerd door jonge militairen. Ze zijn bijzonder aardig en correct. Aan de andere kant van de dam zien we een welig, groen landschap waar de Eufraat zich doorheen slingert. Het meer is prachtig helder en zo glad als een spiegel. We zetten de tent op bij een restaurantje aan de Qa’la at Ja’abar, een van de kastelen langs de Eufraat die een linie vormden tegen ongewilde indringers. Het stamt uit de Mesopotamische tijd, nog voor de komst van de Islam dus. Jammer genoeg is het ook hier opgepoetst. Het lijkt op sommige plekken wel of er steenstrips tegenaan geplakt zijn. Dat doet echter niets af aan het fantastische uitzicht over het meer, waar we heerlijk in zwemmen en van de zonsondergang genieten.
De volgende ochtend rijden we een stukje terug langs het kasteel om aan het meer te ontbijten. Er ligt een vissersbootje en we worden geroepen door de visser, Hassan en zijn zoon, Achmed. Ze halen de vangst uit het net dat ze gisteravond hebben uitgezet. Hassan geeft ons thee en de gebruikelijke vragen worden beantwoord. We worden uitgenodigd mee te gaan vissen vandaag, maar dit slaan we vriendelijk af. We moeten nog een heel eind rijden en de kou en sneeuw in het oosten van Turkije hangen dreigend boven ons hoofd. Dus stappen we weer op de motor en al snel rijden we echt door de woestijn. We worden omringd door een enorme wijdsheid en leegte van zand en stenen. Het is heet maar de rijwind maakt het prettig. Zelfs dorpjes zijn hier schaars, soms is er een nederzetting van stenen of lemen vierkante huizen. Ik zie af en toen een windhoos van zand en kom er dan achter dat dit niet altijd door de wind komt, maar ook door tractoren die hun ploegen trekken door de droge, stoffige grond. Waanzinnig, dit ziet er nou niet bepaald uit als een vruchtbaar landbouwgebied. De lange rechte weg en de oneindige horizon maken me dromerig. Soms lijkt het alsof we zweven en voel ik de motor helemaal niet meer. Een gele auto komt naast me rijden en er hangt een jongen uit het raam die met wilde handgebaren zijn duim omhoog steekt. De zon blikkert op mijn toerenteller en met een brede glimlach rijd ik verder en ben weer alleen met mijn gedachten, wat zijn we toch geluksvogels dat we dit allemaal mee mogen maken….
Syrië is een vreemd land vol intriges. Er is hier geen vrijheid zoals wij dat gewend zijn. Er zijn wel verkiezingen maar veel keus heb je niet. Je kan maar op een partij stemmen en als je dat niet doet heb je problemen. We lazen dat in dit land zo’n 40% van de bevolking op de een of ander manier met de geheime dienst samenwerkt, vrijwillig of onder dwang. Gevolg hiervan is dat iedereen behoorlijk paranoia is. Elk gesprek dat gevoerd wordt kan met bijbedoelingen zijn. En bij beide gesprekspartners zit dat in hun hoofd. In Aleppo bezochten we het internationaal vrouwen kunstfestival en spraken met een Nederlandse kunstenares waarvan het werk gecensureerd was. We kwamen de organisator tegen en het was leuk, hoewel we hem maar kort spraken, mensen te zien die op de rand van de vrijheid opereren. Heel indrukwekkend was een fotoserie van een demonstratie in Iran op de laatste dag dat vrouwen nog ongesluierd rond mochten lopen. Het begon allemaal heel mooi en strijdbaar maar eindigde ellendig toen de hoeders van de revolutie (mannen) er een eind aan maakten. Je kon de wanhoop en machteloosheid van de vrouwen voelen. Ook het werk van een Amerikaanse kunstenares was weggehaald. Op het eerste gezicht afdrukken van vlinders maar als je goed keek bleken de beestjes vervangen door schaamlippen. De vlinders kwamen uit hetzelfde land als de lippen… Wat ongemakkelijk werden de werken bewaakt door een suppoost in een achterafruimte waar we ze dus toch konden bekijken.