
Eindelijk vakantie!!! – Thailand
3 dagen en nachten zitten we opgesloten in een roze gevangenis in Don Sak. De ferry’s varen niet vanwege de storm en hoge golven. Er is hier werkelijk niets te beleven en het regent dat het giet dag en nacht. Het enige dat er met het verstrijken van de uren veranderd is het geluid van de kikkerkoren. Om te eten trekken we onze regenpakken aan en banjeren door grote diepe plassen naar de pier waar we een noodlesoepje of een bakje rijst met kip eten. Ik heb mijn boeken uit, er is geen internet of tv en ik verveel me dood. Gelukkig hebben we de dobbelstenen van Anne nog. Bert en Sarah, onze vrienden die op Koh Phangan wonen, kunnen we sinds Chumphon ook niet meer bereiken: voicemail.
We vragen ons af hoe het op het eiland is. Na 2 dagen Chumphon in de regen zijn we doorgereden naar de pier, zo’n 300 km verder door de regen die al een week van geen ophouden weet. Stukken snelweg staan onder water, stukken land staan blank en huizen weggespoeld. Op zoek naar accommodatie bij de pier rijden we door 50 cm water en we zijn ondanks onze degelijke Nederlandse regenkleding tot op het bot doorweekt. Maar terwijl we ons afvragen hoe lang we hier nog gaan wachten wordt er de vierde ochtend om zeven uur op onze deur geklopt. “Today ferry go!” We kijken door het raam naar buiten en zien niet echt verschil met de vorige dagen, maar we pakken alles in, hijsen onszelf weer in ons doorweekte pak (wat overigens flink zuur begint te ruiken) en rijden naar de pier. En jawel hoor, we zitten op de boot naar Koh Phangan, Bert we komen eraan! Én, we hebben het gehaald, ons eerste idee waar het allemaal mee begonnen is. Dat voelt toch wel erg bijzonder en het is bijna niet te geloven. Maar eerst het eiland nog over, want Bert woont aan de andere kant. Als ik eraan denk schijt ik een beetje in mijn broek bij mijn herinneringen aan de rode modderweg, met scheuren zo diep als wielen, afgronden in de jungle en flink steil omhoog slingert. Gevaarlijk bij droog weer, duivels als het nat is. Phangan staat bekend om zijn bijzondere ’tattoos’ . Niet van inkt, maar doelend op de vele toeristen die een motortje huren en thuis komen met littekens van grote schaafwonden op hun armen en benen. Volgens Sarah en Bert is de weg flink opgeknapt en is het nu gemakkelijk te doen, volgens mensen die we tegenkomen op de boot en bij de pier op het eiland is het gekkenwerk en zijn er ook bruggen weggespoeld. We gaan het zien. We besluiten gewoon te rijden en we zien wel hoe ver we komen. Het eerste stuk is inderdaad gemakkelijk, de weg bestaat uit betonnen platen en het is eindelijk zo goed als droog. Maar dan houdt de weg op…. En inderdaad, rode modder met flinke verticale scheuren op een 45 graden helling, slik. Merijn loopt min of meer eerst naar beneden met de motor tussen zijn benen, komt in een sleuf terecht en kan hem maar net houden. Drie Thai die op hun kleine Honda’s voorbij scheuren stoppen om te helpen. Ik sta boven nog te bedenken of ik dit wel ga proberen. Ik besluit het erop te wagen, eens moet de eerste keer zijn. Zo glibberen we langzaam, maar steeds zekerder richting Bert. Zonder te vallen bereiken we de Flip Flop bar van Bert en een erg warm en hartelijk welkom. Het is ons echt gelukt! Om het te vieren en omdat Bert zo trots op ons is komen we die dag de bar niet meer uit en waggelen we na 10 bier terug naar ons hutje.
We horen van Bert dat ze op het eiland dagen geen elektriciteit hadden en alle toeristen zijn weggevlucht. Op Koh Tao heeft het leger zelfs mensen geëvacueerd omdat er niets meer te eten was. Grote delen van Zuid Thailand staan onder water en er geldt een negatief reisadvies. Voor ons is dat allemaal niet zo’n ramp, maar voor de lokale bevolking valt het niet mee. Afgelopen november werd hetzelfde gebied ook al getroffen door hevige overstromingen met flink veel slachtoffers.
Paul, die vanuit Amsterdam is gekomen om Merijn nieuwe sokken te brengen maat kano is moeilijk te krijgen hier, zelfs mét overstromingen, komt morgen. Zijn vliegtuig naar Samui keerde weer terug naar Bangkok omdat het vliegveld onder water stond, dus moest hij daar maar wat extra cocktails drinken. Met Paul komt ook de zon weer en hebben we eindelijk echt vakantie. Hij heeft een brief meegenomen van zijn werk, Merijn‘s ex-collega’s, en leuke kadootjes van Anne en Reinier, die we goed hadden kunnen gebruiken toen we nog in onze roze gevangenis zaten. Maar het is leuk om te merken dat we ook gemist worden. De eerste dagen moeten we wennen aan het niets doen. We luieren op het strand, drinken bier en cocktails aan de bar, zwemmen in de zee en eten de lekkerste curries van Thailand. Het is echt gezellig onze vrienden weer te zien en slap te ouwehoeren. Samen met een andere Els, die hier min of meer gestrand en niet weg te branden is, vullen we onze dagen. Die gaan trouwens in rap tempo voorbij en voor we het weten moeten we weer verder. Onze motor heeft maar een maand visum gekregen en Songkran, het Thais nieuwjaar, komt eraan en dan willen we het land uit zijn. Songkran is een soort waterfestival, iedereen gooit elkaar nat (einde van het hete seizoen) en bezoekt familie. Helaas zijn er ook veel dronken idioten op de weg en is het daarom levensgevaarlijk om te reizen. We blijven nog een paar dagen en twee afscheidsetentjes hangen en rijden dan door de jungle naar de Maleise grens.

