Dag Pakistan, Hallo India
Na de laatste etappe van de Karakoram Highway besluiten we even bij te komen in een heerlijk hotel in Mansehra. Hotel Aashiana is het beste hotel dat we in Pakistan gehad hebben, en dat voor 600 roepies (ongeveer 6 euro)! Een gaskachel, warme douche, een groot, schoon 2-persoonsbed en WIFI zijn dingen die we de afgelopen dagen niet zijn tegengekomen. En alsof hij erop gewacht heeft, wordt Merijn hier ziek. Er zijn slechtere plekken om ziek te worden. Iets verkeerds gegeten of algehele uitputting? Ik denk het laatste, en het duurt gelukkig maar een middag en avond. Terwijl ik na maanden weer eens met onze huisgenoten spreek via Skype, rent Merijn af en toe naar de wc voor wat achtergrondgeluiden.
Vanmiddag bij de bakker had ik voor het eerst een gesprek met een vrouw. Nusrat is een zus van de hoteleigenaar en runt haar eigen zaak, een bakkerij met velerlei lekkers. Ik mag van alles proeven en ik blijf voor een kop thee en een goed gesprek. Ze is opgegroeid in Kuwait en is inmiddels alweer 27 jaar in Pakistan, getrouwd met een man uit deze stad. Veel familie woont in het buitenland, de VS, Europa en Kuwait. Ik vind het fijn eindelijk eens met een vrouw te praten die bovendien goed Engels spreekt. We hebben een openhartig gesprek over alle prangende vragen die ik al een tijd bij me draag. Ze verteld me dat de positie van vrouwen langzaam veranderd, veel vrouwen werken niet langer alleen als lerares, maar ook in andere administratieve banen, zoals Ngo’s en banken. Zijzelf is een voorvechter. Toen ze net weer in Pakistan was, mocht ze de eerste paar jaar nauwelijks het huis uit. Ze verteld me dat je als vrouw terecht komt bij je schoonfamilie. De echtgenoot gaat een financiële verplichting aan met de vrouw, als verzekering dat hij haar niet zomaar verlaat. Zo wordt er vaak een huis of andere bezittingen geheel of gedeeltelijk op haar naam gezet. Dit schept natuurlijk ook verwachtingen en ja, het is waar dat er nog steeds vrouwen met zuur overgoten worden of vermoord worden door haar schoonfamilie wanneer zij deze verwachtingen niet waarmaakt. Maar dit zijn vooral ongeschoolde en conservatieve families. Zijzelf heeft binnen haar familie voor zichzelf en andere vrouwen steeds meer vrijheden bedongen. Door kleine veranderingen, bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen best samen kunnen eten. Ze heeft hierdoor een zware tijd gehad, maar krijgt inmiddels het respect dat ze verdiend. Zoals we al vaak gehoord hebben liggen de problemen van Pakistan vooral in het gebrek aan educatie en de corruptie die in alle lagen van de samenleving doorgedrongen is. De president is daarbij het meest corrupt van iedereen en wordt door iedereen gehaat, veel mensen hebben het vertrouwen in de toekomst verloren en als ze de kans hebben zoeken ze hun heil elders.
We rijden van Mansehra in één ruk door naar Lahore, een nieuw persoonlijk record van 509km, vanaf Islamabad over een gloednieuwe, vrijwel lege, motorway. We worden van de weg geplukt door een politieagent die slecht Engels spreekt en de regels niet kent. Volgens hem mogen er geen motoren op de motorway. Dit is echter onzin, motoren vanaf 500cc mogen er wel rijden, we gaan meestal sneller dan het overige verkeer. Dit kon wel eens lang gaan duren. Als hij terugloopt naar zijn dienstwagen om hier opheldering over te vragen kijken we elkaar aan en gaan er vandoor. Haha, dat kan ook alleen maar hier, ontsnappen aan de politie!
De volgende dag nemen we afscheid van Tom, die haast heeft naar Delhi te gaan waar zijn vrouw op hem wacht. Het waren een paar mooie dagen, misschien zien we elkaar nog in India. Merijn en ik spreken af met de Lahore Bikers, allen nieuwe facebookvrienden, voor een laatste avondmaal in Lahore. Bijna allemaal komen ze ons ophalen en ze zijn nieuwsgierig naar onze avonturen van de KKH. Het is weer een gezellige avond die eindigt bij dr. Omar thuis met een kopje koffie. Er staan allemaal zakken met dekens in zijn huis die zijn moeder, dik in de tachtig, heeft verzameld voor de watersnood slachtoffers. Terwijl wij onze koffie drinken wordt de derde truck gevuld voor transport.
En weer besluiten we een dag te blijven in Lahore. We hebben wat dingetjes te repareren aan onze motoren en Omar heeft me verteld dat het mogelijk is mijn idee, dat ik al een tijdje heb sinds we in Pakistan zijn, ten uitvoer te brengen. Ik ga mijn motor laten omtoveren in een Pakistaanse truck op 2 wielen! Ik vind de trucks fascinerend en zo kan ik een stukje Pakistan meedragen over de rest van de wereld.
’s Ochtends rijden we naar Ijaz, voorzitter van de vakbond op de automarkt die zo’n 1400 winkels beslaat. Zijn vader is hier in 1952 begonnen met één winkel, die inmiddels is uitgebreid tot enkele winkels en bekend is bij iedereen in Lahore: Lahore Rubber Industries. Een goede vriend. Niets blijkt onmogelijk. We zitten de hele dag in zijn winkel. Zijn personeel maakt onze luchtfilters schoon, repareert mijn knipperlicht, sluit onze dubbele claxons aan terwijl wij voorzien worden van allerlei lekkers. Ondertussen regelt hij een mannetje die met me naar de cameramarkt gaat om mijn camera schoon te maken en belt vele mensen om de decoratie op mijn motor voor elkaar te krijgen. We laten Merijn achter bij een mechanicdie de hele voorkant uit elkaar haalt om zijn stuurlager schoon te maken en rijden met zijn tweeën op de motor naar de rand van de stad. Het is al laat en ik had de hoop al bijna opgegeven als we een stoffige parallelweg langs de ringweg oprijden. Hier is het! Ik zie winkels die allerlei reflecterende truckprullaria verkopen. In een stickerbedrijf zie ik precies wat ik wil hebben, prachtig gedetailleerde stickers met bloem en vogelmotieven. Samen met Ijaz leg ik uit wat ik wil. Hij wordt bijna nog enthousiaster dan ik. Ze nemen mallen van mijn zijpanelen en zullen een ontwerp maken dat er morgen om 10 uur wordt opgeplakt. Yes! Spannend hoor, ik hoop dat het net zo mooi wordt als ik me heb voorgesteld. Terug in de winkel is Farid er ook en we spreken af dat zij ons morgen bij de stickerwinkel zullen ontmoeten om samen naar de grens te rijden. Wat een fantastische mensen. Van Ijaz mogen we weer niets betalen.
En dan is het zover, eerst de motor naar de wasstraat en dan naar de winkel. Het is prachtig geworden! Farid en Ijaz zijn inmiddels ook gearriveerd en Ijaz is echt enthousiast. Het is een geweldig project. Terwijl Nazir en zijn jongens mijn motor beplakken dromt er een enorme massa om ons heen, de pers is ook gebeld en een buurman neemt ons mee naar het dak om ons voor te stellen aan het vrouwelijk deel van de familie. Merijn is ook meegelopen, maar we weten niet helemaal of dat de bedoeling was. Ze willen graag dat we blijven eten en thee drinken. De tijd begint echter een beetje te dringen, want de grens gaat om 15.30 dicht. Nazir en zijn jongens leveren goed werk af, met veel oog voor detail. Ook mijn valbeugels worden bestickerd en een blikken reflector wordt onder mijn kenteken gemonteerd. Ik ben echt trots en zij ook, want we moeten écht nog even wachten zodat ze wat reclame op de voorkant kunnen zetten: “Made by Nazir Lahore Pakistan truck art” zetten ze erop met twee pakistaanse vlaggen. Hmm, dat was niet helemaal de bedoeling, maar vooruit. Ik kan het er later nog wel afhalen. Laat hun ook maar even trots zijn.
Met een grote grijns op mijn gezicht scheuren we met zijn vieren naar de grens. Daar eten we nog een laatste keer dhal met chapati en drinken een kopje chai en dan moeten we echt gaan. Met pijn in ons hart nemen we afscheid, Farid en Ijaz drukken ons op het hart dat we echt een keer terug moeten komen en contact moeten houden. Echt lieve mensen.
Dat kopje thee was toch bijna echt teveel. We zijn laat! Snel, snel, zeggen de customsen in reuze tempo worden onze papieren gestempeld. Dag, Pakistan! Bedankt voor alles, het was fantastisch en we hopen dat het snel beter zal gaan, zodat er meer mensen langskomen. We rijden langs de tribunes waar alles al klaar staat voor de dagelijkse sluitingsceremonie. En dan zijn we in India. Namasté. Na dik 15 jaar ben ik terug, nieuwsgierig en blij dat ik Merijn eindelijk kan laten zien waar ik al die tijd zo vol van ben geweest. Aan de Indiase kant hebben ze helemaal geen haast. Terwijl het publiek in dikke rijen naar de tribunes loopt, worden wij genegeerd door een ambtenaar met haar op zijn oor. Ik denk dat hij er trots op is, een stukje Hanuman (apegod) in menselijke gedaante. We zijn echt de aller-allerlaatste en eigenlijk is het wel goed zo, want zo kunnen we zonder in de rij te staan meteen gaan zitten voor de Wagah-border ceremonie, uniek in de wereld. Deze, enige grens tussen India en Pakistan wordt al meer dan 50 jaar lang, iedere dag met veel spektakel gesloten. In beide landen komen mensen van heinde en ver om dit mee te maken. De grensrangers hebben aparte uniformen aan en zien eruit als haantjes, het gaat gepaard met bijbehorend gedrag. Het is heel bijzonder om te zien, maar ik vind het ook wat agressief en zou liever wat meer vriendschappelijkheid zien na al die tijd. Aan de Indiase kant is het een drukte van jewelste en er loopt iemand in een wit trainingspak rond om de menigte op te jutten. We voelen ons een beetje een verrader, na al de warmte en vriendelijkheid die we de afgelopen maand in Pakistan hebben gevoeld.
De weg is buitengewoon goed en wordt gemarkeerd met reflectoren en ledjes. Het begint al donker te worden, gelukkig is het niet zo druk en is het maar 30 km naar Amritsar. Daar is het wel druk, veel getoeter, voertuigen met groot of geen licht, fietsriksjas, maar ik mis de koeien. India is in al deze jaren flink gemoderniseerd naar mijn idee, maar ja, ik ben toen niet in Punjab geweest. We zijn in het land van de Sikhs. Nog nooit heb ik zoveel tulbanden gezien. Het is een mooi gezicht. We checken in in een guesthouse in de oude stad, vlakbij de Golden Tempel en doen ons tegoed aan een heerlijke Indiase maaltijd.
We slapen uit en gaan de stad in. We moeten een flink stuk lopen om een sigaretje te kunnen roken, dat is verboden in een flinke ring om de Golden Tempel. Nu krijg ik toch het gevoel weer een beetje terug, iedere dag Koninginnedag, vooral omdat er ook nog heel veel mensen met oranje lapjes op hun hoofd rondlopen. We bezoeken eerst Jallianwala Bagh, een tuin waar een Engelse officier in 1919 het vuur heeft laten openen tijdens een bijeenkomst van duizenden ongewapende mensen waarbij er enkele honderden zijn omgekomen. Een belangrijke historische gebeurtenis en beroemde scene in de Gandhi-film. Ook hier willen mensen weer graag met ons op de foto. Merijn baart nogal wat opzien met zijn lengte.
De Golden Tempel is enorm. Het is er erg druk met vooral Indiase toeristen, maar het is een verademing vergeleken met de drukte in de stad. We lopen op blote voeten en hebben ook een oranje lapje op ons hoofd. De Sikh religie is een mix van Islam en Hindoeïsme en staat open voor iedereen. Er is een enorme keuken die mensen 24h per dag van gratis eten voorziet. We sluiten aan in de rij en het is boeiend te zien hoe gesmeerd dit allemaal verloopt. Iedereen krijgt een bord en een bakje en gaat dan naar een zaal waar je in lange rijen naast elkaar op de grond zit, terwijl er mensen langskomen met grote emmers van waaruit ze het eten opscheppen. Er moeten hier iedere dag duizenden maaltijden verstrekt worden. Je kan er zelfs ook slapen. De echte Golden Tempel ligt in een grote heilige vijver, de “Pool of Nectar”, waar mensen in baden en van drinken. Ik vind het echt een bijzondere sfeer en voel zelfs een sereniteit over me heen komen.
Het gebouw zelf is van marmer met ingelegde steentjes, net als we gezien hebben in het Lahore Fort, alleen daar was het merendeel leeggeroofd. Ook de Taj Mahal is in deze stijl gebouwd, het stamt allemaal uit dezelfde ‘Mughal’ tijd. Maar het zal nog een paar dagen duren voor we daar zijn.