Race tegen de klok

Gisteren heb ik voor de tweede keer ontslag genomen. Deze keuze werd gemaakt na een stevig gesprek met Els over wat wij hier eigenlijk aan het doen zijn. Er was een tijd dat ik eraan verslaafd leek, ontslag nemen. Ik was nog geen drieëntwintig en voor het minimum jeugdloon lagen de baantjes voor het oprapen. Steeds korter bleef ik bij een baas. Uiteindelijk liep ik zelfs weg na een dag. Zo’n heerlijk bevrijdend gevoel als toen had ik nu niet.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb er van genoten. Elf jaar omringde ik me met leuke en slimme mensen. De uitdagingen die we samen aangingen werden vaak gewonnen en direct weer ingewisseld voor nieuwe. De afgelopen jaren heb ik hard moeten vechten om controle te krijgen over een groeiende berg projecten. Ik gaf dat alles. De efficiëntie verhogen, meer doen in minder tijd en er voor zorgen dat het een leuke tijd is. Want vergis je niet, dat werken kost verschrikkelijk veel van je tijd.

Ik was dus nogal betrokken en ’s nachts begon ik in mijn dromen mijn erotische fantasieën te mixen met de taken uit het werk, rubriceerde vrienden en tagde deze met projectcodes en kostenplaatsen voor een goed overzicht. Als een stevig groeiend kruid woekerde de mathematische datastructuren uit mijn werk meer en meer in de andere delen van mijn leven, waar ze het sociale en creatieve van kant maakten. Dat gevoel echt aanwezig te zijn in het leven, een mens met een hart. Je dat nog zo zelden voelt behalve nog tijdens een fanatieke fietsrit of na een goed doped up feest.

En dat je dat dan door hebt…

Tel daarbij op dat ik geen kinderen heb, een leuke vriendin die van avonturen houd en een goed gevulde spaarrekening. Tijd voor ontslag dus en wel per drie maanden geleden.

Een klein opdrachtje nog zou ik blijven doen. Leuk voor het geld en daarnaast zou het ervoor zorgen dat ik zelf niet in een psychose zou belanden. Een geleidelijke overgang zou dat worden. Helaas heb ik nu moeten concluderen dat van een geleidelijke overgang geen sprake kan zijn. Hoe graag ik het ook goed zou overdragen. Er is daarop geen perspectief en dus is het tijd om de controle los te laten. Heel even nog. Over een maand is het klaar.

Maar we waren toch al zo lekker bezig?
Zeker! Nooit is het genoeg en er is al zoveel meer. Vandaag stonden we nog te spitten. Ik heb de blaren in mijn handen. Mijn nek is rood en mijn huid plakt in een mix van zonnebrand en stof. Ik heb met hartstocht genoten van de muziek van el Cameron en vol overtuiging gevloekt op het smerige spaanse eten.

Door al dat gewerk lopen we flink achter met het schrijven van verhaaltjes en er is een hoop gebeurd. We studeerden een maand Spaans in Granada, ontmoeten via tips van onze blogleden Tom, Evan, Nelly, een hoop honden, een wappie, Juan en Nuria. We kregen visite uit Nederland van mijn zus en vader, bezochten een alcoholistische-western show. Gingen een week op tour met Ester, onze vriendin uit Amsterdam. We leerden snel-Spaans onder invloed van spoorbielzen speed. Zongen karaoke, vergaten al ons Spaans weer. Gingen weer terug naar de bergen van Alicante en liepen twee weken rond met Tjitske, Martijn, Reinier, Anne en Marcella. We slingerden flink rond in Andalucia tijdens Semana Santa, bezochten een circusfestival met Aisha en werkten een week bij een ouder echtpaar op het land.

Maar goed daar komen we dus nog op terug.

Drie maanden zijn we pas onderweg en het voelt als een jaar. Het leven stiefelt hier dus gestoord door zoals het dat in Nederland deed. We kunnen tenslotte niet uitrusten voordat we vloeiend Spaans kennen en de vetste plek gevonden hebben om een heel leuk project te beginnen. Best leuk wel allemaal gelukkig in de tussentijd en het is hier echt altijd mooi weer!

Tot eind mei hebben we inmiddels plannen. De komende twee weken werken we op een finca en leren over moestuinen in permacultuur. Daarna bezoeken we Ukulandia en een feest wat Love Pirates heet. Dan hebben we even vrij, vakantie in Nederland.

5 reacties

Laat een antwoord achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *