Kolonisten gezocht
Ik ben net wakker na een late siësta want in Spanje mag je ook overdag slapen, heerlijk… Els staat een laat maaltje in elkaar te draaien, alle deuren van de bus staan open, we hebben rondom uitzicht over een groene vallei met bergen, in de verte rijd een trein, een haan kraait, het was heet vandaag en nu is het lekker warm.
Bam, Bam, Bam… De dagen knallen voorbij en het geeft eigenlijk niets. Alle haast lijkt uit het leven verdwenen. We snuffelen nog steeds rond in Andalusië in het zuiden van Spanje. Dagelijks vragen we ons af waarom we HIER eigenlijk niet zouden blijven. Ik weet het, verder weg van wat ooit thuis was en waar onze vrienden nog wonen kan in Spanje niet en het kan er soms erg heet zijn. Maar ja… We wikken en wegen ons een ongeluk en langzaam ontstaat er dan een levensplan dat we dan ’s morgens weer lek schieten.
En toch broeit er iets. We verplaatsen ons in een steeds kleiner wordend gebied. We verblijven in Cortes de la Frontera, schuin onder Ronda. De weken ervoor in Jimena de la Frontera een uurtje hiervandaan. We bevinden ons hier op een eilandje van pracht in een Spaanse zee van lelijkheid. We worden hier omringd door drie flinke natuurparken. Los Alcornocales, Sierra de Grazalema en Sierra de las Nieves. Veel loofbos met oude bomen, ruige rotsen, bergen, rivieren en eindeloos veel kurkeiken.
De laatste zeven weken werkten we op verschillende plekken op het land en gebruiken we weekenden om met de motor op verkenning uit te gaan. Zo zijn we vanuit Granada zigzaggend tussen de kust en het binnenland naar het westen getrokken en weer terug. Ondertussen wennen onze lichamen aan de hitte en het soms zware werk op het land. We spitten, hakken, snoeien, scheppen en verplaatsen grond. Werken zonder veel poespas en lekker eten, drinken en motorrijden. Het bracht mijn geest tot rust. Mijn boekhouder handen zijn duidelijk in een transitiefase en ik verbaas me over hoe snel mijn blaren weer dichtgroeien.
Het begon allemaal met onze eerste Workaway in Alhama de Granada waar we een week werkten bij een stel dat dik twintig jaar ouder is dan wij. Ze hebben tien jaar geleden een ruïne laten ombouwen tot een luxe groepslocatie. Workaway is een platform waar je jezelf als vrijwilliger kunt koppelen met mensen die werk hebben. Je werkt in ruil voor onderdak en eten. Voor ons een goede manier om kosten te besparen, werkervaring op te doen en informatie te verzamelen over het leven in Spanje. We hoopten ook veel Spaans te kunnen spreken maar dat is tot nu toe een illusie. Veel gebruikers van het platform spreken zelf geen Spaans of spreken vanwege de efficiëntie met ons in het Engels.
Het Engelse stel maakt zich klaar voor het seizoen dat met Pasen begint en we helpen ze daarmee. Vrijwel direct vraag ik me af WTF we hier doen. Het irriteert me dat we ons goede werk voor niets leveren aan een commercieel bedrijf. We stelen zo het loon van de professionals uit de regio die dat natuurlijk goed kunnen gebruiken. Dat nare gevoel blijft me achtervolgen ook bij het volgende project waar we zullen werken en we zijn er nog niet uit hoe we hier een goede omgang mee kunnen vinden.
Toch merk ik dat ik mild word als ik deze mensen eenmaal leer kennen. Alina en Laurens zijn anders gek dan wij en denk ik, geen slechte mensen. Zij is streng en nogal een pietje precies en hij is een beetje stijve maar goedlachse, ouder wordende man die zelf nog met een pikhouweel staat mee te bikkelen. Alles in huis gaat duidelijk zoals Alina dat graag heeft en Laurens nuanceert en knipoogt ons achter haar rug om over haar handelen.
Hosts hebben vaak slechte ervaring met de vrijwilligers merken we en Alina heeft zich daarop voorbereid met een aanvankelijk afstandelijke houding. Ze laat ons een verklaring ondertekenen vol details over het werk en het leven in hun huis. Van hoe laat het ontbijt is en hoelang van te voren je kunt aanschuiven maar ook dat je niet naakt mag rondlopen. We lachen erom en tekenen zonder te morren. Toch voelen we ons niet op ons gemak. We bevinden ons in een rare wereld en lopen op onze tenen. Els denkt constant dat ze wat verkeerd doet en is zelfs volledig gestopt met boeren.
Drie keer per dag maakt Alina een stevige veganistische maaltijd. Het klussen is niet erg interessant. We verwijderen voornamelijk onkruid en hangen wat zonwerende doeken op. Gelukkig ontdooit tijdens iedere maaltijd onze relatie een beetje en we leren Alina kennen als een sterke, sociaal betrokken vrouw die met haar dwingende manier van handelen toch ook een hoop voor elkaar krijgt. Aan het eind van de week gaan we tevreden uit elkaar. We mogen terug komen maar ik denk niet dat we dat ooit doen.
Het is Pasen en in Spanje is dat een heel ding. Overal sjouwen ze dan hun religieuze standbeelden door de stad in uren durende processies. We gaan op processiejacht laten ons verbazen over de massaliteit ervan. Soms lijkt het wel of wij de enige toeschouwers zijn, iedereen doet mee. Er is een bijzondere fascinatie met pijn lijden. Uren achtereen zware dingen dragen of langdurig op naaldhakken over de kobbelstenen lopen. Schijnheilig is er een mooi woord voor. Door de puntmutsen die ze erbij dragen is het voor ons, nieuwelingen lastig de associatie met racistische moordenaars in de VS aan de kant te zetten.
Omdat iedereen met Pasen zijn ouders bezoekt is het tegelijk ook tijd om oude bekenden tegen te komen en samen te feesten. In Arcos de la Frontera zijn alle kroegen en de straten overvol. We hebben er een enthousiaste avond met vier jeugdvrienden van Kaste die hier zijn ouders bezoekt. Mensen schreeuwen en halen bier dwars door de processie heen. Het is fijn om te zien hoe plezier en cultuur kunnen mixen. Het doet me denken aan de museumnacht waar ik ooit plots, bezopen voor een heel duur schilderij met zonnebloemen stond. Levensgevaarlijk.
Onze tweede workaway is wel een succes. Haha, nu werken we gratis voor een Engels milionairsstel. Beiden jong gepensioneerd, zij als tax-lawyer, hij als CEO van een dikke foute bank. Niet echt mensen uit mijn gebruikelijke bubbel. Pablo beheert hun enorme ranche met een mansion in Virginia stijl. Pablo kwam mee met de aankoop van het huis en mocht blijven. Hij leeft op het prachtige terrein met zijn dochter Vida. Pablo is een fervent permacultuur voorstander en hij krijgt veel ruimte om zijn praktijken in te zetten op de finca. Wij werken voor Pablo en twee weken lang neemt hij ons mee op sleeptouw. We bouwen dijkjes om het water langer op het land te houden en zorgen voor een goede bodembedekking. Ook dunnen we een flink stuk bos met bramen en bouwen met de gesnoeide takken hekken om de geiten van de buren tegen te houden.
Net als in Arcos komen we hier weer veel leuke mensen tegen zoals Greg, een mysterieuze maar sympathieke surviver. Hij is al twee jaar tuinman bij Pablo en verdient daar een tientje per uur. Als wij hem leren kennen is hij zojuist ontslagen, zogenaamd omdat het property in Hong Kong maar niet verkocht wordt en er bezuinigd moet worden. Greg is Engels en net terug in Europa na jaren van de radar verdwenen geweest te zijn. Hij woonde in die tijd zonder bankrekening in op een eilandje in Mexico waar hij acroyogales gaf aan toeristen. Hij is teruggekomen naar Europa om zijn dochter te kunnen zien maar heeft haar nog niet gezien. Het kost hem moeite weer terug in het systeem te komen.
Ook Elena leren we kennen via het netwerk van Kaste. Als we haar opzoeken in de biowinkel die ze runt met een vriend en haar de groeten overbrengen is ze direct enthousiast, hoewel ze hem na al die jaren maar slecht herkent op een foto die we laten zien. De geschiedenis die mensen van onze leeftijd meezeulen wordt, realiseer ik me, ook langer en langer. Maar het is duidelijk dat de oude liefde van Elena voor Kaste niet verroest is.
Haar winkel staat op het punt om failliet te gaan. Te weinig klanten… Die zijn voornamelijk niet Spaans en veel Engelsen die in Engeland hun hoofdverblijf willen houden zijn vertrokken omdat ze na de Brexit nog maar 90 dagen in Spanje mogen zijn en daarna drie maanden weg moeten blijven. Ze vertelt dat veel in Spanje wonende Engelsen voor de Brexit waren. Nu zitten ze zelf met de gebakken peren en haha, azen wij op hun huizen. Elena studeerde biologie in Granada, waar ze een tijd de tuinen in het Alhambra verzorgde. Ze is blijven hangen na de bosbouwstudie hier in Jimena de la Frontera en huurt nu een huis buiten het dorp met haar man en twee kinderen. Met Elena fantaseren we wat we zouden kunnen doen om geld te verdienen als wij hier binnenkort wonen en de winkel gestopt is.
Met Darren en Michelle, zitten we een lange avond op een terras. Zij verzorgt stiekem paardengebitten en past op huizen en hij is tuinman bij een andere mansion van onze milionairs. In het oude leven in de UK verkocht Darren websites en was daarvoor altijd onderweg. Elke dag in de file, slapen in hotels en 2 keer per dag eten in een snackbar. Dat ging een lange tijd goed totdat het bedrijf overgenomen werd en er op commissiebasis afgerekend ging worden. Na een lichamelijke en mentale inzinking werd het hem duidelijk dat dit leven zijn dood zou worden en dat er wat moest veranderen. De kinderen waren inmiddels ook oud genoeg hoewel ze er eentje met zachte dwang op straat moesten kwakken. Eerst nog schipperden ze een tijdje met halve jaren in Spanje, maar telkens als het vliegtuig landde op de terugweg zagen ze het kloteweer met de daarbij passende mentaliteit van de mensen.
Het lichamelijke werk bevalt Darren en hij ziet er fit en vrolijk uit. We hebben een mooie avond en het is leuk te zien hoe de mensen die ons voor gingen hun leven hebben opgebouwd in een ander land en vooral om te zien dat ze geen greintje spijt hebben.
Overal waar we hier komen in het zuiden horen we over gigantische plannen voor zonnestroom. Het gaat echt om honderden projecten van vele en vele hectaren groot. Rondom dit dorp komt een project van 350 hectare. Groene stroom lijkt leuk maar de projecten komen in handen van een klein aantal energiereuzen of multinationals zoals Coca Cola. Zij hebben geld om te investeren en zullen er vet op gaan verdienen of hun imago mee witwassen.
Lokale boeren staan hun vruchtbare land graag af omdat ze er prima aan kunnen verdienen. Land dat vervolgens wordt volgestort met beton. We horen meerdere keren dat de schuld bij Europa gelegd wordt die Spanje hiertoe gedwongen zou hebben. Net als in Nederland verzetten mensen zich hier tegen de noodzakelijke vergroening omdat deze niet in het belang van de mensen vormgegeven wordt. Door de schuld ver van je bed te leggen bij een reus als de EU is perspectief op verandering onvindbaar. In plaats daarvan zouden lokale politici moeten worden gedwongen met voorwaarden te komen waarmee die zon beter geoogst kan worden. Want laten we wel wezen, die schijnt hier echt vaak. Laat op de grond eronder schapen grazen of ondersteun de vorming van lokaal eigenaarschap zodat de mensen in hun eigen kleinschalige zon-coöperaties mee kunnen delen in de opbrengst.
Maar goed, wij willen dus nog steeds in Spanje gaan wonen. Hoe staat het ervoor met onze plannen? We zijn nu viereneenhalve maand onderweg en hebben veel gezien en geleerd. De taal nog even niet helaas, dat gaat nog behoorlijk ruk. We hebben onszelf beloofd niet te snel een keuze te maken zodat we niet iets kiezen waar we later spijt van krijgen. Tegelijkertijd zijn de mensen die we spreken allemaal om weinig rationele reden op de plek beland waar ze wonen. Vanwege werk, de liefde, een studie, een goed gevoel of toevallig omdat het geld op die plek op raakte. Dus so far voor ratio, zo zal het ons uiteindelijk ook wel vergaan.
Tegelijkertijd realiseren we ons dat veel mensen die we tegenkomen het leuk zouden vinden als zich wat nieuw vlees zou aandienen in hun omgeving. Dat laat denk ik duidelijk het gemis zien van die oude stadsmensen. Eenzaamheid, een behoefte aan meer reuring, en ondersteuning bij leuke initiatieven door gelijkgestemden. Toch trekken wij telkens weer verder. Zijn wij de volgende om op een zogenaamd betere plek zelf op zoek te gaan naar aansluitend vlees? Ja, we zijn dus nog op zoek en we hebben gelukkig nog allerlei opties: Een paar gedachten…
Koloniseren
We nemen risico en pakken het groots aan. Want waarom zouden we niet nog eens iets vets opzetten waar we trots op zullen zijn? Zelf zie ik het voor me dat we met vrienden een plek bouwen waar we groepen kunnen hosten. Een stuk of tien of twintig mensen voor een week ofzo. Zelf doen we daar in de eerste instantie niets inhoudelijks. We zorgen wel voor een vette plek en lekker eten uit eigen tuin. En voor drank natuurlijk en we halen mensen van het vliegtuig of de trein. Samen hebben we dan een flinke, goed bereikbare plek, met een gebouw in een omgeving waar veel natuur is. Er is natuurlijk water. Acht maanden per jaar verdienen we zo ons geld en de rest van de tijd zwermen we uit of maken we nieuwe plannen.
Als een vreemde kolonie doen we zo een invasie bij een dorp en laten ons van onze eigen (te) gekke, goede kant zien. We creëren betaald werk en een leuke plek voor mensen uit de buurt en natuurlijk onze vrienden. Voor dit plan, dat mijn voorkeur heeft zijn wel wat meer skills nodig dan wij in huis hebben. Ook is er meer geld nodig dan we hebben. Dus… Ben jij een kolonist? Kan je investeren? Spreek ons dan aan!
Assimileren
Echt opgaan in de omgeving is denk ik vrijwel onmogelijk. Maar een poging wagen is wellicht wel haalbaarder. We doen het als Tom, Darren, Aicha, Michelle, Tjitske, Elena, Martijn of Nelly die jullie nog niet kennen. We kopen een betaalbaar huisje vlak bij een dorp. We bieden ons aan voor klussen in huis of in de tuin. Wellicht werken we online.
Anyway zoeken we aansluiting bij leuke mensen in de regio en gaan op zoek naar lokale, sociale, of creatieve initiatieven. We hebben inmiddels een flinke lijst met projecten die we graag bezoeken maar stellen het nog even uit omdat we eerst wat beter willen kunnen communiceren. Juanra uit Barcelona zei het goed: “Kom maar terug als je beter Spaans spreekt, dan hebben we een echt inhoudelijk gesprek”.
Lanterfanten
Zoals dat mooi werd samengevat door mijn oude baas Zafer. We gaan door met wat we nu doen, dat is goed vol te houden. We zwerven met ons huis op wielen de wind achterna. Wellicht steken we over naar Marokko. Dat is tenslotte vlakbij en we kijken wel waar het schip ooit strand.
Oftewel, we zijn er nog helemaal niet uit maar het zal wel goed komen. Of niet, maar dan levert dat vast weer een verhaal op om te vertellen, als ik het niet vergeet. Wij staan op het punt om op vakantie naar Nederland te vertrekken. Over een week of wat zijn we dan weer in Spanje en bezoeken het snikhete zuiden, het natte noorden en gaan we voor de zoveelste keer in de richting van Alicante.
De verhalen stapelen zich in rap tempo op. Zo af en toe laten we wat weg of verdraaien de feiten een beetje 🙂 Je hebt nog wel wat tegoed van ons overigens. Els kruipt ook weer eens in de pen voor het verhaal van Nelly in de Alpujarras, een festival van een hippietribe met stevige Goatrance, drum and base en een vierhanden tantramassage. De ontdekking van leuke nieuwe vrienden Marcel en Evelien met hun dieren en geile graafmachine. Over Ukulandia en het verhaal van een ontsnapte mus. Maar dat is voor later. Er moet vannacht flink gedanst, gelachen en gezopen worden. Och Och Och.